Deze reis ondernam ik voor een project ter bescherming van de rivier de Niger. Mijn taak bestond primair uit het ontwikkelen van een monitoringsysteem waarmee de ecologische en sociaal-economische effecten van de projectactiviteiten gemeten kunnen worden. Hiertoe heb ik in Mali een zestal dorpen aangedaan in het zuidelijk deel van dit enorme land en een drietal dorpen in Guinée. De afstanden tussen die dorpen waren enorm waardoor ik het grootste deel van de reis onderweg was en leefde vanuit mijn koffer.
De rivier de Niger, één van de langste rivieren ter werd, ontspringt in het grensgebied van Guinée met Sierra Leone in een gebergte. Het is niet toegestaan om de bron te bezoeken. De lokale gemeenschap schermt deze vanuit hun geloof en traditie af. Je zult daarom niet snel een programma over ‘de bron van de Niger’ op National Geographic of Discovery gaan zien. Er zijn verhalen dat mensen die het toch probeerden gedood zijn. Ik ben er in ieder geval heel dicht bij geweest. Een van de dorpen waar ons project zich op richt is Koubakoro en de beschermers van de bron wonen daar. De rivier is in dit gebied niet groter dan de rivier de Geul. Het is haast ongelooflijk dat zo’n ‘geultje’ stroomafwaarts verwordt tot zo’n imposante rivier.
Tijdens de lange reis door twee landen veel degradatie van de natuur gezien, met name door houtkap door lokale bevolking, maar ook door goudwinning, kleine steenfabriekjes, intensieve visteelt en door een intensieve jacht. Guinée is onrustig en heeft geen echt stabiele overheid. Hierdoor staat de bescherming van bijvoorbeeld de nationale parken onder druk. Wanneer je met de oude mensen praat dan hoor je verhalen van een sterk gereduceerde biodiversiteit in een mensenleven. Die processen van verlies aan biodiversiteit, verzanding van de rivier de Niger door de erosie van haar oever, verdroging en vervuiling gaan steevast door. Ons project probeert daar verandering in aan te brengen door de ontwikkeling van comités in kerndorpen. Deze comités ondernemen activiteiten als het voorlichten van de lokale bevolking, het initiëren van kwekerijen, het herbebossen van rivierbeddingen en aanliggende percelen en het ontwikkelen van inkomstengenerende, alternatieve, activiteiten. De hoop is dat door zo’n ‘bottom-up’ benadering de duurzaamheid van de processen gestimuleerd wordt omdat de bevolking het project vooral zelf ontwikkeld en draagt.
Ik heb geen tijd gehad om een park te bezoeken of om echt lang vogels te kijken, maar daar stond tegenover dat ik door het vele reizen een scala aan biotopen heb gezien en daarmee ook een rijk scala aan vogels. Qua dieren viel het niet mee, ik moest het doen met een aantal wegspurtende grondeekhoorns. De biotopen in Mali waren steppe, savanne, stad en dorp en rivier. In Guinée dezelde biotopen maar aangevuld met tropisch bos (gebergte) en boomsavanne. Voor de geografisch geïnteresseerden: in Mali vanuit Bamako naar Sélingué en vandaar uit naar Bougouni, Loulouni, Sikasso en San. Vanuit San naar Sansanding en toen terug naar Bamako via Ségou. Toen vanuit Bamako naar de grens bij Banakoro. In Guinée naar Kankan en daarvandaan naar Kissidougou, Koubakoro en Faranah. Vanuit Faranah weer retour naar Kankan en toen terug naar Bamako voor mijn terugreis naar Nederland.
Voor een natuurliefhebber een prachtige ervaring al waren de omstandigheden in met name Guinée basaal qua hygiëne en overnachtingen. C’est l’Afrique. Maar nu eindelijk naar de vogels. Wat heb ik gezien? In Mali, waar ik meer dagen verbleef, een totaal van 66 soorten en in Guinée een totaal van 38 soorten. Van de ‘gewonere’ soorten noem ik de engelse en latijnse namen zoals vermeld in het prachtige boek ‘Birds of Western Africa’ van Nik Borrow en Ron Demey (ISBN 978-0-7136-6692-2). Wat een zegen dat dit boek er is en je niet meer hoeft te wanhopen met het oude Collins boek waar veel soorten gewoon niet met plaat zijn opgenomen. Voor de nieuwe soorten gebruik ik de Nederlandse namen zoals die staan in Tirion’s Complete Checklist ‘Vogels van de Wereld’, ISBN 9052102430. Algemene soorten als koereiger, ‘common garden bulbul’ en zwarte wouw laat ik buiten beschouwing. De mooiste waarnemingen in Mali waren: grijze wouwen bij Sélingué, ‘western grey plaintain eaters’, mangrovereigers, ‘yellow-breasted apalis’, sprinkhaanbuizerden (algemeen), hamerkop, halsbandparkieten, ‘mosque swallow’, ‘northern carmine bee-eaters (ook in Guinée), krokodillenwachters (dus niet Nijlgebonden als ik aannam!), zelfs een onverwachte steenloper, reuzenijsvogel, twee soorten toktoks (‘hornbills’), ‘yellow-billed shrike’, een vorkstaartplevier, een onverwachte ‘yellow-billed oxpecker’(dus minder Oost- en Zuidafrikaans als ik dacht), ‘grey-rumped swallows’, piapiacs, ‘beautiful and copper sunbirds’, ‘yellow white-eye’ (één van mijn favoriete families) en als nieuwe soorten:
1. Groene langstaartglansspreeuwen – ‘Long-tailed glossy starling’
2. Schubkoplawaaimaker – ‘White-crowned robin chat’
3. Zwartbaardvogel – ‘Bearded barbet’
4. Jacobijnkoekoek – ‘Jacobin cuckoo’
5. Roodkeelzwaluw – ‘Red-chested swallow’
6. Bonte Boertje – ‘Senegal parrot’
7. Goudkapfiskaal – ‘Yellow-crowned gonolek’ – Cees, ook op postzegel!
8. Dwergmaskwever- ‘Little weaver’
In Guinée heb ik ‘blackheaded heron’,’shikra’, ‘black-rumped waxbill’, ‘palm nut vulture’, ‘red-necked buzzard’, ‘brown-backed woodpecker’, ‘black-crowned tchagra’, grauwe vliegenvanger, grijze torenvalk gezien en een leuk onderonsje met een paartje ‘tropical boubous’. Ik deed een poging hun mooie diepe, zo bekende, klanken te imiteren en dit leidde tot een aardig miniconcert waarbij ik zeker niet doorging naar de volgende ronde. De nieuwe (leven)soorten waren:
9. Violette toerako – ‘Violet turaco’ (no comment!)
10. Fanteekamzwaluw – ‘Fanti sawwing’
11. Gambiapoederdonsklauwier – ‘Northern puffback’
12. Senegalese Drongovliegenvanger – ‘Northern black flycatcher’
13. Witwangastrild – ‘Grey-headed oliveback’ (zie voor foto’s van deze soort: http://www.birdquest.net/afbid/birdspecies.php?func=thumbview&af_bf_id=108&af_bs_id=2301)
De laatste soort was voor mij toch de topper. Het komt sporadisch voor dat ik de kans krijg om een nieuwe soort in Afrika te zien die zo klein en mooi is. Niet dat ik al veel van die soorten heb, maar mijn ervaring is dat ze gewoon moeilijk te vinden zijn.
Thuisgekomen met mooie ervaringen, nog mooiere foto’s (had voor het eerst mijn nieuwe camera mee), prachtige vogels, en natuurlijk de onvermijdelijke maagproblemen. Maar, ‘what the heck, it’s worth it.’ Wel uitstekend om weer thuis te zijn overigens.

Foto: Sporenkievit over Niger, Mali apr 09. GJ Prins